Daan Verborg maker van de vogels (2018)
Rituelen creëren ruimte
Filosoof, schrijver, executive coach bij Frank & Vrij
28 mei 2025
Voor mijn ouders was het schuttersfeest in mei het vanzelfsprekende hoogtepunt van het jaar, de enige dagen waarop mijn vader niet werkte. Vakantie bestond nog nauwelijks.
Maar vanaf ‘de zondag na Hemelvaart’ werd er in Lobith drie dagen lang uitbundig gefeest: drinken, dansen, plezier maken en de zorgen opschorten tot overmorgen.
Wij kinderen werden er van jongs af aan in ingewijd. Het feest was doordrenkt van rituelen die al generaties lang werden doorgegeven. We raakten vertrouwd met de samenbindende kracht van traditie.
Zoals de Romeinen in een sacrale omgang (lustratio) het eigen woongebied met water en wierook beschermden tegen onheil, zo liepen en lopen we in mijn geboortedorp jaarlijks nog steeds in een religieuze processie door de dorpskern.
Onder wapperende vaandels, brandende fakkels en de geur van wierook dragen we een gouden monstrans door de straten en bidden om voorspoed en zegen. Een rituele aftrap van het feest.
Elke schutter doet precies wat alle schutters al 350 jaar lang op diezelfde plek doen: schieten op een houten vogel, die met groot ceremonieel en onder het spelen van het Wilhelmus op een mast gebonden is. Degene die het laatste stuk van de vogel naar beneden haalt, is schutterskoning.
En door het jaar heen wanneer een schutter begraven wordt, is de schutterij met omfloerst vaandel aanwezig, om de overledene een laatste groet te brengen.
In Nederland en Vlaanderen is het schuttersfeest, net als carnaval, uitgeroepen tot cultureel erfgoed. Om ze voor uitsterven te behoeden. Maar waarom is dat nodig?
Waarom zijn deze gemeenschapsrituelen een bedreigde diersoort geworden?
Rituelen zijn handelingen met een vaste vorm. Herhaling en voorspelbaarheid geven een vertrouwd gevoel van thuis-zijn.
Deelnemen aan een rituele choreografie creëert een gevoel van verbondenheid. En doen wat je verre voorouders ook al deden, plaatst je bestaan in een groter verband.
Cruciaal voor rituelen is niet wat je denkt, gelooft of zegt, maar wat je doet. De gebruikte formules zijn vaak niet helemaal meer te begrijpen (‘den koning van Hispanje heb ik altijd geëerd’). Maar dat hoeft ook niet.
Een ritueel is er niet om te begrijpen. Je moet een ritueel ondergaan.
En precies in die passiviteit — het ondergaan — wringt het ritueel met de dominante tijdgeest, die individuele vrijheid en autonomie verabsoluteert.
Je kunt als individu het collectieve ritueel niet naar je hand zetten. Het ritueel eist gehoorzaamheid. En dat, zegt de Duits-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han (1959), kwetst het moderne ego.
Voor Han zijn rituelen symbolische handelingen waarin een gemeenschap, via uiterlijke vormen en theatrale gebaren, tot uitdrukking brengt wat haar bezielt.
De buitenstaander bespot de uiterlijke pracht en praal al snel als poppenkast. “Weg ermee, dat is toch niet meer van van deze tijd!”
Maar voor de toegewijde deelnemers bewerkt het tijdloze ritueel een intense, lichamelijke ervaring van collectieve identiteit.
In zijn boek Over het verdwijnen van rituelen dat dit jaar in het Nederlands verscheen, laat Han zien dat een overdreven nadruk op authenticiteit — “Past dit ritueel nog wel bij mij?” — wijst op een ontwrichtend proces: de erosie van gemeenschap.
Toch blijven collectieve rituelen ons fascineren, ondanks onze individualistische cultuur.
Grote rituele ensceneringen zoals de begrafenis van ‘the Queen’ en de recente pausverkiezing met de rituele witte rook, trekken wereldwijd miljoenen kijkers. Die massale aandacht wijst op een diepgeworteld verlangen om deel uit te maken van iets groters.
Hoewel in onze tijd — om met de socioloog Zygmunt Bauman te spreken — alles vloeibaar is geworden (werk, relaties, identiteit, zelfs de waarheid), blijkt ons verlangen naar stabiliteit en saamhorigheid sterker dan we misschien durven toegeven.
Soms zie je dat verlangen terug in alledaagse vormen van ritueel handelen, die makkelijk over het hoofd worden gezien — zoals de wave in het stadion.
Het gedeelde ritueel waarin we samen opgaan, schept een aantrekkelijke ruimte, waarin je niet alleen bent. Waarin we onze angsten kunnen bezweren, en waarin we het leven kunnen vieren.