In het verleden was de schuttersmis op maandag. Bob kan zich nog die keer herinneren dat een medeofficier hem tijdens de mis met een tandeloze mond vroeg of Bob misschien wist waar zijn kunstgebit was gebleven. De avond ervoor had hij zich ‘nogal slecht gevoeld’ en hij vermoedde dat hij toen zijn gebit was verloren. Maar maandagmiddag zag Bob hem in de zaal mét zijn tanden.
De dronken officier had zijn gebit de vorige avond toch eerst netjes in zijn zak gestopt, voordat hij … (maak het verhaaltje zelf maar af en kleur de plaatjes).
Bob Vermaeten
In de jaren vijftig/zestig mocht er in de zaal geen sterke drank worden geschonken. Het Gildehuis had toen alleen verlof A, een vergunning voor bier en wijn, weet Bob. Henk vertelt dat ze buikflesjes of halve liters met sterke drank mee naar binnen smokkelden. “Dan bestelden we 7up en onder de tafel vulden we de glazen met jenever.” Tussendoor gingen er ook groepjes vanuit de zaal naar Hotel Stokman aan de Dorpsdijk. Die bleven daar een half uurtje voor een paar borrels en gingen dan weer terug. “Of we gingen naar de tante van mijn vrouw Anny”, vertelt Bob. “Tante Dora had een café aan de Dorpsdijk, waar later het café van Stef Visser was.” Harry weet dat ook nog: “‘Dora doet d’r maar ééntje ien’, riepen we dan.”
In die jaren golden er andere regels dan tegenwoordig. ‘Jasje, dasje’ was verplicht, je mocht niet met drank op de dansvloer, maar je mocht in de zaal wel roken. En er was een dansmeester. Job Geurds, gekleed in jacquet, zorgde voor orde op de dansvloer. Henk weet nog dat je bijvoorbeeld niet in het midden van de dansvloer mocht dansen, maar dat je in een rondje moest dansen. Als je dat niet deed, dan tikte Job je op de schouder en dan werd je weer de baan ingestuurd. Volgens sectieofficier Sjaak Geurds hield zijn vader Job er ook niet van als er twee dames met elkaar dansten. Hij pakte dan zijn fluitje en stuurde ze resoluut van de baan af.
Ook was het lange tijd gebruikelijk dat een groepje mensen een paar uur voor aanvang van het ‘bal’ al voor de deur van het Gildehuis ging staan om, zodra de deuren opengingen, naar een tafel te rennen om die bezet te houden. Een vreemd gebruik, want eigenlijk waren er nooit kapers op de kust en kon iedereen gewoon aan zijn eigen, vaste tafel zitten. Henk is er best trots op dat zijn voorstel om van tevoren een tafel te reserveren ooit is ingevoerd.
Vijf jaar geleden ontvingen de drie heren in het Gildehuis een herinneringsmedaille voor ‘70 jaar schutter’. Bob waardeert het enorm dat ze die avond door E.M.M. werden opgehaald en thuisgebracht. Ook Harry, die in Raalte woont, maar 50 meter verderop bij schoonzus Iet logeerde, mocht van deze service gebruikmaken. Op de heenweg leverde hem dat een extra rondje door Lobith op. Op de terugweg zette de chauffeur de auto in zijn achteruit en werd hij keurig bij Iet voor de deur afgezet.
Of de gezondheid het toelaat om de medaille dit jaar in het Gildehuis opgespeld te krijgen is nog even de vraag, maar dat de jubilarissen hun medaille met trots in ontvangst zullen nemen is zeker.