Statuten van het Gilde

NAAM EN ZETEL.

Artikel 1.

 

Het Gilde draagt de naam: “Schuttersgilde Eendracht Maakt Macht” en is gevestigd te Lobith, gemeente Rijnwaarden.

DOEL.

Artikel 2.

 

  1. Het doel van het Gilde is het bevorderen van saamhorigheid door een gepaste viering van het kermisfeest in de dorpen Lobith en Tolkamer.
    Zij tracht dit doel te bereiken langs wettige weg en wel door :
    a.   het organiseren van schuttersfeesten;
    b.   het voorzien in een accommodatie aan de Dorpsdijk 16 waarin deze feesten kunnen worden gevierd ;
    c.   andere wettige middelen, die aan het doel bevorderlijk kunnen zijn..
 

DUUR.

Artikel 3.

 

Het Gilde, zijnde een voortzetting van het reeds in het jaar zestien honderd acht en veertig bestaande Schuttersgilde, is aangegaan voor onbepaalde tijd.

LIDMAATSCHAP

Artikel 4.

 

  1. Het Gilde kent leden, buitengewone leden en ereleden, allen zijnde schutters van het Gilde.
  2. Leden van het Gilde kunnen zijn mannelijke ingezetenen van Lobith en Tolkamer, die tijdens de kermisviering de ouderdom van zestien jaren hebben bereikt. Niet-inwoners van Lobith en Tolkamer kunnen als buitengewone leden worden toegelaten.
    De leden en buitengewone leden moeten zijn van onbesproken gedrag.
    Hij, die lid of buitengewoon lid wenst te worden, moet zich daartoe wenden tot het bestuur.
    Het bestuur beslist bij meerderheid van stemmen over de al dan niet toelating. Ingeval van niet-toelating door het bestuur kan de Algemene Ledenvergadering alsnog tot toelating besluiten.
  3. Tot ereleden van het Gilde kunnen door het bestuur worden benoemd leden en buiten-gewone leden, die zich jegens het Gilde bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt.
  4. Het lidmaatschap is persoonlijk en kan niet worden overgedragen of door erfopvolging worden verkregen.
  5. Wanneer in deze statuten en de reglementen wordt gesproken over lid of leden in zijn algemeenheid worden bedoeld leden, buitengewone leden en ereleden.

Artikel 5.

 

  1. Het lidmaatschap eindigt:
    a.   door de dood van het lid;
    b.   door opzegging door het lid;
    c.   door opzegging door het Gilde;
    d.   door ontzetting.
  2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van een boekjaar. Zij geschiedt schriftelijk aan het bestuur met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste vier weken.
    Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgevonden, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende boekjaar.
    Het lidmaatschap eindigt onmiddellijk:
    a.   indien redelijkerwijs van het lid niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
    b.   binnen een maand nadat een besluit waarbij de rechten van de leden zijn beperkt of hun verplichtingen zijn verzwaard, aan een lid bekend is geworden of gedeeld tenzij het betreft een wijziging van de geldelijke rechten en verplichtingen;
    c.   binnen een maand nadat een lid een besluit is meegedeeld tot omzetting van het Gilde in een andere rechtsvorm of tot fusie.
  3. Opzegging van het lidmaatschap namens het Gilde kan tegen het einde van het lopende boekjaar door het bestuur worden gedaan :
    –   wanneer een lid na daartoe bij herhaling schriftelijk te zijn aangemaand op één november niet volledig aan zijn geldelijke verplichtingen jegens het Gilde over het lopende boekjaar heeft voldaan;
    –   wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten die op dat moment door de statuten voor het lidmaatschap worden gesteld.
    De opzeggingstermijn is ten minste vier weken.
    Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgevonden, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende boekjaar.
    De opzegging kan evenwel onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap tot gevolg hebben, wanneer redelijkerwijs van het Gilde niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren.
    De opzegging geschiedt steeds schriftelijk met opgave van de redenen.
  4. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van het Gilde handelt of wanneer het lid het Gilde op onredelijke wijze benadeelt. Zij geschiedt door het bestuur, dat het lid zo spoedig mogelijk van het besluit in kennis stelt, met opgave van de redenen.
    De ontzetting uit het lidmaatschap, een lid van het bestuur betreffende, kan alleen geschieden met algemene stemmen van de overige bestuursleden.
  5. Het betrokken lid is bevoegd binnen één maand na de ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de Algemene Ledenvergadering.
    Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
    Een geschorst lid heeft geen stemrecht.
  6. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft de jaarlijkse bijdrage voor het geheel door het lid verschuldigd, tenzij het bestuur anders beslist.

DONATEURS

Artikel 6.

 

  1. Donateurs zijn zij, die door het bestuur als donateur zijn toegelaten. Het bestuur is bevoegd het donateurschap door schriftelijke opzegging te beëindigen.
  2. Donateurs zijn verplicht jaarlijks aan het Gilde een geldelijke bijdrage te verlenen waarvan de minimale omvang door het bestuur wordt vastgesteld.
  3. Donateurs hebben uitsluitend het recht om de Algemene Ledenvergadering bij te wonen. Zij hebben daarin geen stemrecht, maar wel het recht om het woord te voeren.

CONTRIBUTIES

Artikel 7.

 

  1. jaarlijks door het bestuur vastgesteld en het bedrag daarvan wordt tijdig ter kennis van de leden gebracht.
  2. Ereleden zijn vrijgesteld van contributiebetaling.

OFFICIERENKORPS

Artikel 8.

 

  1. Het Gilde heeft een Korps Hoogwaardigheidsbekleders, genaamd het Officierenkorps.
  2. Het is belast met ceremoniële taken tijdens de Gildefeesten en andere evenementen waarbij het Gilde is vertegenwoordigd.
  3. De taken en de samenstelling van het Officierenkorps, benoeming van de leden, schorsing en beëindiging van het lidmaatschap, worden geregeld in een afzonderlijk reglement, vast te stellen door het bestuur van het Gilde.

BESTUUR

Artikel 9.

 

  1. Het bestuur van het Gilde, hierna te noemen: “de Senaat”, bestaat uit tenminste negen en maximaal dertien senatoren, die minstens drie jaar schutter zijn, de leeftijd van vijfentwintig jaar hebben bereikt en die niet nader dan in de derde graad van bloed- of aanverwantschap tot elkaar mogen staan. De verkiezing heeft jaarlijks plaats in een Algemene Ledenvergadering in de maand maart.
  2. De voorzitter van het Officierenkorps, is uit hoofde van zijn functie lid van de Senaat.
  3. De overige, ten hoogste twaalf, senatoren worden door de Algemene Ledenvergadering benoemd uit de leden echter met dien verstande dat tenminste drie/vierde van de gekozen senatoren uit gewone leden dient te bestaan.
    De senatoren worden gekozen door de leden, bij meerderheid van stemmen, uit een voordracht, opgemaakt door de Senaat, eventueel aangevuld met een voordracht ingediend en ondertekend door tenminste vijfentwintig leden.
  4. De Senaat verdeelt onderling de functies van voorzitter, zijnde de president van het Gilde, de secretaris en de penningmeester.
  5. Senaatsleden kunnen te allen tijde onder opgaaf van redenen door de Algemene Ledenvergadering worden geschorst en ontslagen. De Algemene Ledenvergadering besluit tot schorsing of ontslag met een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
  6. De schorsing eindigt wanneer de Algemene Ledenvergadering niet binnen drie maanden daarna tot ontslag heeft besloten. Het geschorste bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de Algemene Ledenvergadering te verantwoorden en kan zich daarbij door een raadsman doen bijstaan.
  7. Senatoren worden benoemd voor een periode van maximaal drie (3) jaar. Onder een jaar wordt te dezen verstaan de periode tussen twee opeenvolgende jaarlijkse algemene ledenvergaderingen.
    Een Huishoudelijk Reglement bepaalt de wijze van verkiezing en aftreding van de senaatsleden, regelt hun werkzaamheden en maakt bepalingen omtrent het houden van de algemene vergaderingen en vermakelijkheden. Dit reglement mag geen bepalingen bevatten, strijdig met deze statuten.
  8. Indien het aantal senatoren beneden het in lid 1 vermelde minimum is gedaald en/of niet meer voldoet aan de in lid 3 vermelde verhouding, blijft de Senaat niettemin bevoegd. De Senaat is verplicht zo spoedig mogelijk een Algemene Ledenvergadering te beleggen, waarin de voorziening in de vacature(s) en/of de samenstelling van de Senaat aan de orde komt.
  9. Op de vergaderingen en de besluitvorming van de Senaat is het bepaalde in de artikelen 13 tot en met 16 zoveel mogelijk van toepassing.

Artikel 10.

 

  1. De Senaat is belast met het besturen van het Gilde.
  2. De Senaat is, met voorafgaande goedkeuring van de Algemene Ledenvergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeen-komsten waarbij het Gilde zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt..

Artikel 11.

 

  1. De Senaat vertegenwoordigt het Gilde in en buiten rechte.
  2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan de president tezamen met de secretaris en de penningmeester. De Senaat kan telkens twee (2) der leden uit zijn midden aanwijzen om met de president bij rechtshandelingen het Gilde te vertegenwoordigen.
  3. De Senaat wijst vertegenwoordigers aan in besturen van rechtspersonen waarin het Gilde deelneemt.

GILDE-ATTRIBUTEN

Artikel 12.

 

  1. Alle ketenen, schilden, penningen, vaandels en andere attributen, in eigendom toebehorende aan het Gilde, worden in bewaring gegeven aan de Stichting Gilde-attributen van het “Schuttersgilde Eendracht Maakt Macht” te Lobith.
  2. De Stichting bewaart deze attributen op een voegzame en veilige plaats, zodanig dat zij zoveel mogelijk aan hun doel beantwoorden en voor hun doel gebruikt worden.

ALGEMENE LEDENVERGADERINGEN

Artikel 13.

 

  1. De Algemene Ledenvergaderingen worden gehouden in de gemeente waar het Gilde statutair is gevestigd.

Artikel 14.

 

  1. Toegang tot de Algemene Ledenvergadering hebben de leden, die niet geschorst zijn, de donateurs alsmede degenen, die daartoe door de Senaat en/of de Algemene Ledenvergadering zijn uitgenodigd.
    Een geschorst lid heeft toegang tot de vergadering waarin het besluit tot zijn schorsing wordt behandeld, en is bevoegd daarover dan het woord te voeren.
  2. Met uitzondering van een geschorst lid hebben alle leden één stem in de Algemene Leden-
    vergadering. Ieder stemgerechtigd lid kan aan een andere stemgerechtigde schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem. Een stemgerechtigde kan voor ten hoogste twee personen als gevolmachtigde optreden.
    Een eenstemmig besluit van alle stemgerechtigde leden, ook al zijn zij niet in vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van de Senaat genomen, dezelfde kracht als een besluit van de Algemene Ledenvergadering. Dit besluit kan ook schriftelijk tot stand komen.
  3. De president bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de Algemene Ledenvergadering worden gehouden. In zijn algemeenheid geschiedt stemmen over zaken mondeling, over personen schriftelijk.
  4. Alle besluiten waaromtrent bij de wet of bij deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen. Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot. Indien bij verkiezing tussen meer dan twee personen door niemand een volstrekte meerderheid is verkregen, wordt herstemd tussen de twee personen, die het grootste aantal stemmen kregen, zo nodig na tussenstemming.

Artikel 15.

 

  1. De Algemene Ledenvergaderingen worden geleid door de president of, bij diens afwezigheid, de vice-president dan wel door het oudste aanwezige bestuurslid. Zijn geen senatoren aanwezig, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
  2. Alle besluiten, worden genomen bij meerderheid van stemmen, doch wat betreft de goed-
    keuring van besluiten zoals vermeld in artikel 10 lid 2 dient in Algemene Ledenvergaderingen tenminste een/zesde van de leden tegenwoordig te zijn. Is in een vergadering het vereiste aantal leden niet tegenwoordig, dan beslist een volgende vergadering, ongeacht het aantal aanwezige leden.
  3. Het door de president ter Algemene Ledenvergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
    Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de president de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt.
    Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  4. Van het ter Algemene Ledenvergadering verhandelde worden notulen gehouden door de secretaris of door een door de president aangewezen persoon.
    Deze notulen worden in dezelfde of in de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering vastgesteld en ten blijke daarvan door de president en de secretaris van die vergadering ondertekend.

Artikel 16.

 

  1. Het boekjaar van het Gilde is gelijk aan het kalenderjaar.
    Jaarlijks wordt ten minste één Algemene Ledenvergadering gehouden en wel binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de Algemene Ledenvergadering.
    In een Algemene Ledenvergadering in de maand maart brengt de Senaat zijn jaarverslag uit over de gang van zaken in het Gilde en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de Algemene Ledenvergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de senatoren; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na verloop van de termijn kan ieder lid in rechte vorderen van de gezamenlijke senatoren dat zij deze verplichtingen nakomen.
  2. Wordt omtrent de getrouwheid van de stukken bedoeld in het vorige lid aan de Algemene Ledenvergadering niet overgelegd een verklaring afkomstig van een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, dan benoemt de Algemene Ledenvergadering, jaarlijks, een kascommissie van ten minste twee leden die geen deel van de Senaat mogen uitmaken.
    In het Huishoudelijk Reglement worden benoeming en werkzaamheden van de kascommissie nader geregeld.
  3. De Senaat is verplicht aan de kascommissie ten behoeve van haar onderzoek alle door gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage in de boeken en bescheiden van het Gilde te geven.
  4. De kascommissie onderzoekt de in lid 1 en lid 3 bedoelde stukken.
  5. Vergt dit onderzoek naar het oordeel van de kascommissie bijzondere boekhoudkundige
    kennis, dan kan zij zich, na overleg met de Senaat, op kosten van het Gilde door een des-kundige doen bijstaan.
  6. De kascommissie brengt aan de Algemene Ledenvergadering verslag van haar bevindingen uit.
  7. Goedkeuring van het jaarverslag en de rekening en verantwoording door de Algemene Vergadering strekt de Senaat tot décharge. Indien de goedkeuring van de rekening en de verantwoording wordt geweigerd benoemt de Algemene Ledenvergadering een andere kascommissie bestaande uit tenminste drie leden, welke een nieuw onderzoek doet van de rekening en verantwoording. Deze kascommissie heeft dezelfde bevoegdheid als de eerder benoemde commissie.
    Binnen een maand na de benoeming brengt zij aan de Algemene Ledenvergadering verslag uit van haar bevindingen. Wordt ook dan de goedkeuring geweigerd dan neemt de Algemene Ledenvergadering al die maatregelen welke zij in het belang van het Gilde nodig acht.

Artikel 17.

 

  1. Algemene Ledenvergaderingen worden door de Senaat bijeengeroepen zo dikwijls hij dit wenselijk oordeelt of daartoe op grond van de wet verplicht is.
  2. Op schriftelijk verzoek van ten minste één/zesde gedeelte van de stemgerechtigde leden is de Senaat verplicht tot het bijeenroepen van een Algemene Ledenvergadering, te houden binnen vier weken na indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping van de Algemene Ledenvergadering overgaan op de wijze als in lid 3 bepaald of door middel van een advertentie in ten minste één in de gemeente Rijnwaarden veel gelezen dagblad.
    De verzoekers kunnen alsdan anderen dan Senatoren belasten met de leiding van de vergadering en het opstellen van de notulen.
  3. De bijeenroeping van de Algemene Ledenvergadering geschiedt door schriftelijk mededeling aan de stemgerechtigden op een termijn van ten minste acht dagen. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld.

STATUTENWIJZIGING

Artikel 18.

 

  1. Wijziging van de statuten kan slechts plaatshebben door een besluit van de Algemene Ledenvergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
  2. Zij, die de oproeping tot de Algemene Ledenvergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na de afloop van de dag, waarop de vergadering werd gehouden.
  3. Tot wijziging van de statuten kan door de Algemene Ledenvergadering slechts worden besloten met een meerderheid van ten minste drie/vierde der uitgebrachte stemmen in een vergadering, waarin ten minste de helft der leden tegen-woordig is. Is in een zodanige vergadering het vereiste aantal leden niet aanwezig, dan beslist een volgende vergadering, ongeacht het aantal aanwezige leden, met drie/vierde der uitge-
    brachte geldige stemmen.
  4. De statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. De Senaat draagt er zorg voor de akte van statutenwijziging te doen verlijden.
  5. Het bepaalde in de leden 1 en 2 is niet van toepassing, indien in de Algemene Ledenvergadering alle stemgerechtigden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen.
  6. De Senaat is verplicht een authentiek afschrift van de akte van statutenwijziging en een volledige doorlopende tekst van de statuten, zoals deze na de wijziging luiden, neer te leggen ten kantore van het door de Kamer van Koophandel en Fabrieken gehouden register.

ONTBINDING EN VEREFFENING

Artikel 19.

 

  1. Het bepaalde in artikel 18 leden 1, 2, 3 en 5 is van overeenkomstige toepassing op een besluit van de Algemene Ledenvergadering tot ontbinding van het Gilde.
  2. De Algemene Ledenvergadering beslist in geval van ontbinding over de bezittingen van het Gilde en wel, behoudens de voorschriften der wet, zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van het Gilde.
  3. De vereffening geschiedt door de Senaat.
  4. Na de ontbinding blijft het Gilde voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht.
    In stukken en aankondigingen die van het Gilde uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”.
  5. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaar bekende baten meer aanwezig zijn.
  6. De boeken en bescheiden van het ontbonden Gilde moeten worden bewaard gedurende ten minste tien jaren na afloop van de vereffening. Bewaarder is de Stichting Gilde-attributen van het “Schuttersgilde Eendracht Maakt Macht”.

REGLEMENTEN

Artikel 20.

 

  1. De Algemene Ledenvergadering kan een of meer reglementen vaststellen en wijzigen, waarin onderwerpen worden geregeld waarin door deze statuten niet of niet volledig wordt voorzien”.
  2. Een reglement mag geen bepalingen bevatten, die strijdig zijn met de wet of met deze statuten”.
  3. Op besluiten tot vaststelling en tot wijziging van het Huishoudelijk Reglement is het bepaalde in artikel 18 leden 1, 2 en 5 van overeenkomstige toepassing.

SLOTBEPALING

Artikel 21.

 

  1. In alle geschillen omtrent de bepalingen van deze statuten wordt door de Senaat beslist.
  2. Aan de Algemene Ledenvergadering komen in het Gilde alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.

Aldus laatstelijk gewijzigd bij besluit van de Algemene Ledenvergadering d.d. 5 juli 2004.
De Senaat,

de Secretaris,                      de President,
M. Wilde.                              J.A.M. Lamers.